Vinco David
schrijver

Vragen en discussiepunten voor leesclubs en scholen


Als je Mannenharem wilt bespreken, kunnen de volgende vragen en discussiepunten daarbij helpen. 

  1. De  ondertitel ‘Vertelling van de 1002e nacht’ verwijst naar de vertellingen van duizend-en-één nacht. Die vertellingen kwamen oorspronkelijk uit India, werden vervolgens populair in de Arabische wereld waar nieuwe verhalen werden toegevoegd, en reisden vervolgens naar Europa. Welke associatie wekt ‘Vertelling van de 1002 e nacht’? Waarom zou de auteur voor deze ondertitel hebben gekozen? Is er in het boek een verwijzing te vinden naar de vertellingen van duizend-en-één nacht?
  2. Hoe zou je Mannenharem typeren: een historische roman, liefdesgeschiedenis, thriller, geëngageerde roman of anders? Waarom?
  3. Omar, de hoofdpersoon in het heden, maakt een grote ontwikkeling door. De andere personages in het heden, zoals Sydney en Malibu, zijn gelijkmatiger, vlakker beschreven. Welke reden zou de auteur daarvoor hebben gehad?
  4. Omar maakt een proces door dat ‘coming out’ of ‘uit de kast komen’ heet. Wat wordt hiermee bedoeld? Wanneer zet hij belangrijke stappen in dit proces? Hoe helpt Sydney hem daarbij?
  5. De hindoegod Sjiva is de Vernietiger. Daarmee maakt hij ook weer nieuwe schepping mogelijk.Op welke momenten herkent Omar zich in deze god? In welke andere situaties komt Sjiva voor? Zou dit op een leidmotief kunnen duiden?
  6. Welk conflict is het thema van Mannenharem? Is het een innerlijk conflict of een conflict tússen mensen?
  7. Welke stijl dan wel stijlen hanteert de auteur? Welk effect heeft dit op jou?
  8. Wat zijn opvallende verschillen in stijl tussen heden en verleden? Hoe zou je de stijl van Joesoef de eunuch kenschetsen?
  9. Voor de bijbelvaste lezers: Joesoef is de islamitische variant van de bijbelfiguur Jozef. Welke overeenkomsten zijn er tussen Joesoef de eunuch en Jozef?
  10. Welke middelen hanteert de auteur om van het heden naar het verleden terug te gaan?
  11. De mannenharem, met zijn diverse samenstelling, is een soort mogoelrijk in het klein. Hoe zou je de verhoudingen tussen de belangrijkste personages uit de harem (Joesoef, Taman, Aniel, Reza, Radjiev, de Portugees) willen typeren? Welke gelijkenis is er met de verhoudingen tussen de verschillende bevolkingsgroepen in het mogoelrijk?
  12. Volgens een strikte interpretatie van de islam mogen mensen geen levende wezens afbeelden. De schepping van mens en dier is voorbehouden aan god. Hoe wordt hiermee in het boek omgegaan? Hebben in dit verband de afbeeldingen van miniaturen (mogoel- en Perzische schilderkunst) een functie?
  13. Op welke wijze wordt in de verschillende stromingen van de islam met homoseksualiteit omgegaan? Wat vind je hiervan terug in Mannenharem?
  14. In het boek contrasteert de voor die tijd vrije seksuele moraal van de mogoelkeizer (het verleden) met de zeer behoudende seksuele moraal van Omars familie (het heden). Welke boodschap zou hierin kunnen zitten?